Hoofdelijke aansprakelijkheid betekent dat iedere bestuurder in het geheel aansprakelijk is. Als er bijvoorbeeld één schuldeiser is en drie schuldenaren (stichtingsbestuurders), dan kan de schuldeiser bij elke schuldenaar 100% van de schuld opeisen.
Een stichtingsbestuurder kan hoofdelijk aansprakelijk zijn als er sprake is van onbehoorlijk bestuur. Een bestuurder kan dit voorkomen als hij/zij kan bewijzen dat hij niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
Ook zijn bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor niet betaalde belastingschulden van de stichting.